Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [6]dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult uw brood eten tot [7]verzadiging toe, en gij zult zeker in uw land wonen. 6. De zin is, dat de oogst zo overvloedig zou zijn, dat zij al het graan niet zouden kunnen dorsen voor den wijnoogst, en dat de wijnoogst ook zo overvloedig zou zijn, dat zij den wijn niet zouden kunnen kelderen voor den zaaitijd; zodat zij van het werk zouden overvallen worden. 7. Alzo boven, hfdst.25 vs.19.